Peer Gynt — a ballet by Alfred Schnittke

Wegvluchten van ongemakkelijke waarheden

 

De Sovjet-Duitse componist Alfred Schnittke staat bekend als een van de meest boeiende naoorlogse symfonici. Zijn overweldigende muziek stond reeds meermaals op het programma van het Belgian National Orchestra. Nu brengen we de Belgische première van misschien wel Alfred Schnittkes meest veeleisende werk: een groot bezet, meer dan twee uur lang durend ballet met als titel Peer Gynt. Niet concertant, maar geënsceneerd door een jong team onder leiding van Mien Bogaert.

Peer Gynt is eerst en vooral een toneelstuk van de Noorse schrijver Henrik Ibsen. Hij schreef dit lange dramatische gedicht in verzen in 1867. Net als Goethes Faust telt Peer Gynt ontzettend veel personages, speelt het stuk zich af op talloze locaties en wordt het hoofdpersonage door een soort duivelsfiguur begeleid. Peer Gynt is de losbol die zijn leven geen richting kan geven en liever in zijn eigen fantasie leeft dan de realiteit te confronteren. Hij loopt weg van zijn jeugdliefde omdathij zich – na een ontmoeting met een trollendochter – te verontreinigd voelt, zwerft daarna een hele tijd doorheen de wereld, richt meer kwaad uit dan goed en keert op het einde van zijn leven terug naar huis. Daar wordt hij op Faustiaanse wijze ‘verlost’ door zijn jeugdliefde Solveig – die al die tijd op hem heeft zitten wachten.

Ibsens toneelstuk wordt vandaag nog steeds met de regelmaat van de klok opgevoerd. Het verhaal over de Noorse losbol kreeg daarnaast extra bekendheid door de toneelmuziek die Edvard Grieg voor Peer Gynt schreef. Gebundeld tot twee orkestsuites behoort deze muziek intussen tot de hitparade van de klassieke muziek. De titels van de delen van deze orkestsuite laten kennismaken met de belangrijkste personages: Peer Gynts moeder Ase, de rijke boerendochter Ingrid, Peer Gynts ware liefde Solveig, de trollenkoning en de exotische Anitra die Peer Gynt in Afrika weet te verleiden.


John Neumeiers balletversie

Het verhaal van de Peer Gynt die Alfred Schnittke schreef, begint bij de Amerikaanse choreograaf John Neumeier. Hij is sinds 1973 (en tot op de dag van vandaag) balletdirecteur van de Hamburgische Staatsoper. In de jaren 1980 besloot hij een nieuw ballet te maken, gebaseerd op Ibsens Peer Gynt. Voor de muziek engageerde hij Alfred Schnittke, een componist wiens muziek hij al een paar keer in andere balletvoorstellingen had gebruikt. 

Het libretto van zijn balletvoorstelling schreef John Neumeier zelf. Daarbij bleef hij in hoge mate trouw aan Ibsens origineel, op twee belangrijke wijzigingen na. Peer Gynts omzwervingen doorheen de wereld interpreteerde John Neumeier als een poging om in Hollywood als danser, acteur en uiteindelijk ook filmproducer carrière te maken. Net als bij Ibsen gaat Peer Gynt daarbij gaandeweg aan grootheidswaanzin ten onder. De tweede belangrijke wijziging
is de toevoeging van een 25 minuten durende epiloog.

Als ik theaterversies van Peer Gynt bezoek,” zo vertelt John Neumeier, “stelt het einde me steeds teleur. Solveig heeft zo lang op Peer gewacht, maar als hij uiteindelijk bij haar aankomt, is het stuk meteen gedaan. Ik wil hun samenzijn beleven, hoe ze zich langzaam naar elkaar toebuigen, de emoties die ze daarbij voelen … De epiloog is de spirituele en metafysische kern van het hele stuk: een eindeloos adagio, een ritueel samenkomen voorbij al het reële.
 

De nabije-doodervaringen van Alfred Schnittke

Serieuze en lichte muziek met elkaar verenigen, dat is het doel van mijn leven,” zo beweerde Alfred Schnittke ooit: “ook al breek ik daarbij misschien wel mijn nek.” Tot 1990 woonde en werkte deze Sovjet-Duitse componist en pianist in Moskou. Daar ontwikkelde hij gaandeweg een polystilistische compositietechniek met Charles Ives, Luciano Berio en Bernd Alois Zimmermann als voornaamste inspiratiebronnen. Naast kamermuziek, concerti en symfonieën schreef Alfred Schnittke muziek voor ongeveer 70 verschillende films. Deze bijzonder rijke partituren worden sinds de millenniumwissel opnieuw ontdekt. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie verhuisde Alfred Schnittke naar Hamburg waar hij uiteindelijk in 1998 overleed.

Polystilistiek is nog steeds een belangrijke term om Schnittkes Peer Gynt te karakteriseren. Op uiterst exuberante wijze verenigt de partituur de erfenissen van componisten als Shostakovich en Mahler, het serialisme uit Darmstadt, jazz, tango en nog zoveel meer. Toch is Peer Gynt meer dan een bonte potpourri aan muziekcitaten die steeds weer oneigenlijk, ironisch en zelfs monsterlijk verdraaid worden gebruikt. De balletmuziek uit het eerste bedrijf – illustratief en vol
clichés – keert in het derde bedrijf vervreemd terug. Uiteindelijk blijken de drie bedrijven muzikaal gezien één grote proloog te vormen voor de magistrale epiloog. Al het muzikale materiaal keert hierin terug, maar bekeken vanuit een ander perspectief. Sub species aeternitatis. Vijf koren (op tape) produceren schaduwklanken die toehoorders onderdompelen in een bijna mystieke ervaring.

In 1985 kreeg Alfred Schnittke een eerste hartaanval. Enkele maanden lang was hij buiten bewustzijn en tot driemaal toe werd hij klinisch dood verklaard. De bijna-doodervaringen die hij zich bij het ontwaken herinnerde, vormden zijn voornaamste inspiratiebron voor de muziek van de epiloog van Peer Gynt.

 

Gensters irrationaliteit

Het Belgian National Orchestra werkt samen met Klarafestival en Bozar voor de Belgische première van Schnittkes
Peer Gynt en engageerde een jong team onder leiding van regisseur en scenograaf Mien Bogaert om het werk in de Henry Le Boeufzaal te ensceneren. Boven het orkest, geleid door de Deense dirigent Michael Schønwandt, wordt een monumentale installatie gebouwd waarin en waarop twee dansers en een acteur – zowel live als in video’s – aan de slag gaan met de originele personages uit Ibsens Peer Gynt. De choreografie is in handen van Talitha De Decker. Benjamien Lycke tekent verantwoordelijk voor de video’s.

Kostuumontwerper en make-up artist Dennis Peschke zet Peer Gynt, de jonge man die niet volwassen wil worden en aan grootheidswaanzin leidt, quasi naakt op het podium met een papieren kroon, een onderbroek en zijn eigen danslichaam als enige betekenisgevers. “Alle personages die Peer ontmoet, maken deel uit van zijn fantasie en dragen maskers. Ze weerspiegelen niet de realiteit, maar belichamen de angstbeelden waarvoor Peer voortdurend op de loop is. Enkel Solveig draagt geen masker. Zij heeft als enige een directe toegang tot Peer.

Peer Gynt is dat deel van onze persoonlijkheid dat onaangename waarheden aan de kant schuift om door te kunnen gaan met het leven,” zo vertelt Mien Bogaert. “Kennis is niet het probleem. We weten allemaal dat onze huidige levensstijl niet duurzaam is, dat we bij elke consumptie iemand onrecht aandoen en dat – als we heel pessimistisch zijn – onze aanwezigheid op deze planeet meer kwaad dan goed berokkend. Toch leven we. Peer Gynt is de genster irrationaliteit die ons handelen elke dag weer vergoelijkt. In die genster, datgene wat ons mensen tot mens maakt, schuilt een ongelofelijke dosis schoonheid.